Na een aantal jaar studeren en een eventuele eerdere stage is nu het moment aangebroken om je vakbekwaamheid te tonen in je afstudeerrapport. Waarbij in een eventuele derde jaarsstage nog mild werd omgegaan met onderzoekscriteria en de toepasbaarheid bij het bedrijf, wordt er bij je afstudeeropdracht zeer kritisch naar deze punten gekeken. Daarbij wordt van jou verwacht dat je zelfstandig aan de slag gaat en dat je laat zien dat jij klaar bent om de arbeidsmarkt op te gaan. Hoe zorg je ervoor dat je een goed afstudeeronderzoek doet?
Je maakt een goede start door kennis van het bedrijf en de probleemstelling te vergaren. Verdiep jezelf in de business van het bedrijf en onderzoek in welke markt het bedrijf zich bevindt. Probeer ook te achterhalen wat de aanleiding is voor het probleem wat je gaat onderzoeken. Waarom speelt een dergelijk probleem bij de organisatie en waarom moet dit onderzocht worden?
Maak tijdens de eerste fase van het afstudeertraject kennis met verschillende werknemers van het bedrijf en verdiep je in hun werkzaamheden. Vraag je de volgende zaken af; wat is de bedrijfsstructuur en –cultuur? Welke personen binnen het bedrijf zijn betrokken bij jouw afstudeeropdracht? Wat zijn de missie en visie van het bedrijf en wat zijn belangrijke kernwaarden?
Verdiep je naast deze interne analyse in de markt waarin het bedrijf zich bevindt. Wie zijn belangrijke klanten of concurrenten van jouw stagebedrijf? Welke invloed hebben zij op de uitvoering van jou opdracht?
Na jouw oriëntatie is het van belang om jouw begeleiders beter te leren kennen. Tijdens een persoonlijk gesprek bespreek je met de opdrachtgever wat zijn visie op het probleem is en waar een mogelijke oorzaak ligt. Toets ook welke verwachtingen er zijn ten opzichte van jouw onderzoek en of er al eerder onderzoek is gedaan naar dit probleemgebied.
Ga in gesprek met werknemers die betrokken zijn bij jouw onderzoek, voordat je daadwerkelijk met het onderzoek begint. Vaak hebben anderen al een visie op het probleem en kunnen zij jouw onderzoek in de juiste richting sturen. Als je tegen problemen aanloopt, kun je mensen gemakkelijk bij jouw onderzoek betrekken.
De oriëntatiefase is voorbij. Krijg je een go of een no go? Bespreek de opdracht altijd met jouw begeleider vanuit school om te controleren of de opdracht aan de criteria voldoet. Probeer ook voorzichtig te onderzoeken of het goed gaat met het bedrijf. Een faillissement, arbeidsstaking of hoogoplopend conflict kunnen een afstudeerstage flink verstoren.
Als je besluit om het onderzoek uit te voeren, moet je een stagecontract regelen. Bespreek naast werkafspraken ook op welke momenten je feedback krijgt van zowel je bedrijfs- als schoolbegeleider. Je moet minimaal één uur per week begeleiding te krijgen. Als je meer begeleiding nodig hebt, vraag daar dan altijd om!
Een strakke werkplanning is van groot belang om te voorkomen dat je in tijdnood komt, of dat je belangrijke onderdelen over het hoofd ziet. Bedenk dat, indien je fieldresearch gaat doen, dit meestal veel tijd in beslag neemt. Dit geldt zeker wanneer andere mensen meewerken aan jouw onderzoek. Hou rekening met tegenslagen of vertragingen in het proces.
In een goede planning zijn tenminste hoofd- en deelactiviteiten, de verwachte tijdsduur, deadlines en afspraken opgenomen. Denk ook aan feedback momenten met jouw hogeschool en bedrijfsbegeleider.
De invulling van de onderzoeksfase verschilt per opleiding. In veel gevallen is een gedegen en onderbouwde onderzoeksopzet nodig voor uitvoeren van een diepteonderzoek.
Meestal komen onderstaande onderwerpen aan bod:
Bedenk altijd of je met jouw onderzoeksopzet en vraagstelling de centrale doelstelling van jouw onderzoek kan beantwoorden.
Na goedkeuring van de onderzoeksopzet kun je het onderzoek starten. Houd hierbij de planning in de gaten en pas deze zo nodig aan. Hou ook rekening met de privacy van eventuele respondenten. Zorg er bovendien voor dat enquêtes foutloos zijn; spelfouten staan namelijk erg onprofessioneel. Vermijd bij het verwerken van je onderzoeksgegevens dat je subjectief omgaat met verkregen informatie.
Soms heb je kennis van SPSS nodig. Als je zelf niet met SPSS overweg kan, regel dan iemand die je daar mee kan helpen. Zo kun je samen de gegevens verwerken. Op internet kun je tevens SPSS handleidingen vinden voor de meest voorkomende analyses.
Bij het rapporteren van je onderzoeksresultaten is belangrijk dat je to the point blijft. Gebruik overzichtelijke tabellen en diagrammen. Enquêtes en resultaten van dataverwerkingprogramma’s voeg je toe aan de bijlagen.
Bij het schrijven van de conclusies dien je objectief te zijn en conclusies op basis van aannames achterwege te laten.
Nu je het onderzoek hebt uitgevoerd en je de conclusies hebt getrokken, kun je jouw advies uitbrengen. Het is belangrijk dat jouw advies bruikbaar en oplossingsgericht is. Probeer ook de haalbaarheid van jouw advies te waarborgen door tussendoor overleg te hebben met je stagebegeleider over de uitvoerbaarheid van jouw advies. Ook een minder optimistisch advies heeft waarde voor een organisatie. Laat onderzoeksresultaten niet rooskleuriger lijken dan ze zijn.
Tip: vat de onderzoeksresultaten en jouw aanbeveling samen in een management rapportage. Zo heeft iemand snel een overzicht van de belangrijkste vindingen en aanbevelingen uit jouw onderzoek.