Sommige studenten vinden dat je je studententijd pas echt optimaal meemaakt als je op kamers gaat wonen. Andere studenten vinden het toch fijner om thuis te blijven wonen, waar alles voor hen geregeld wordt. Het is algemeen bekend dat de gemiddelde huurprijs voor een kamer erg hoog is gezien het aantal vierkante meters dat je ervoor terug krijgt. Daarom is het te verwachten dat steeds meer studenten de komende jaren zullen overwegen om in het ouderlijk huis te blijven wonen vanwege de afschaffing van de studiebeurs. Het blijft echter een lastige keuze, omdat beide opties zo hun voordelen hebben. Daarom staan hier zowel de pro’s voor thuis wonen als voor op kamers gaan op een rijtje.
Als je thuis blijft wonen, hoef je geen hoge huur of boodschappen te betalen. Het geld dat je bespaart, kan je weer voor leuke dingen gebruiken. Bovendien zal je minder geld hoeven te lenen, waardoor je studieschuld wat beperkt wordt.
Beter gezegd, je bent in ieder geval geen tijd kwijt met het doen van boodschappen, het draaien van wasjes, koken en andere vergelijkbare activiteiten. Deze tijd kan je weer gebruiken om te sporten, te studeren of iets anders.
Als je thuis woont, hoef je zoals hierboven gezegd niet zelf je maaltijden te regelen en eet je dus over het algemeen gezonder. Je ouders zullen zorgen dat er voldoende groentes en fruit op tafel komen en je zal dus minder snel die pizza, zak chips of ongezonde magnetronmaaltijd naar binnen werken als avondeten.
Het gemiddelde ouderlijk huis biedt meer luxe en comfort dan een veel te klein studentenkamertje. Daarnaast zal dit waarschijnlijker ook een stuk schonere omgeving zijn dan het gemiddelde studentenhuis dat 24/7 naar bier ruikt, waar veel te weinig wordt schoongemaakt en dat bestaat uit een samenraapsel van versleten meubelstukken.
Het merendeel van de studenten gaat in een studentenhuis wonen met huisgenoten. Op deze manier maak je weer nieuwe vrienden. Niet alleen leer je je huisgenoten kennen, maar ook weer hun vrienden die over de vloer komen.
Je leert om dingen zelf te doen die eerst door je ouders gedaan werden. Hierbij kun je denken aan koken en wasjes draaien, maar ook aan het omgaan met je financiën en het repareren van kapotte dingen.
Over het algemeen gaan studenten in de stad wonen waar ze studeren, zodat ze niet meer iedere dag met de trein hoeven te reizen. Als je op kamers zit, kan je meestal gewoon op de fiets of zelfs te voet naar school.
Je hoeft geen rekening te houden met de wensen en regels van je ouders. Natuurlijk moet je nog wel een beetje rekening houden met je huisgenoten, maar je kunt in ieder geval wel zelf zaken bepalen als wanneer je je kamer opruimt, wat je eet en hoe vaak je gaat feesten.